Boomers, ook wel generatie X genoemd (1965–1980), groeiden op in een tijd van economische ups en downs en snelle technologische veranderingen. Ze zagen hoe de wereld complexer werd en leerden daardoor om vooral op zichzelf te kunnen vertrouwen. Hun houding is nuchter en praktisch: geen gedoe, gewoon aanpakken. Ze geloven in hard werken, kansen grijpen en resultaat boeken.
Deze generatie houdt van duidelijkheid, is doelgericht en denkt in concrete stappen. Ze zijn loyaal en betrouwbaar, maar ook kritisch. Vooral richting autoriteit en regels die geen logica hebben. Communicatie verloopt bij hen efficiënt en direct: kort, zakelijk en met inhoud. Denk aan een belletje, een mailtje of een goed gesprek, geen eindeloze vergaderingen.
Waar Babyboomers vooral werken voor zekerheid, zoeken Boomers vaker naar vrijheid. Ze omarmen zelfstandigheid, zijn ondernemend en geloven in een gezonde werk-privébalans. Werk moet niet alleen verplicht zijn, maar ook waardevol en leuk.